28/6/2023

'Er zijn vast meer waarnemers die klappen opvangen voor de vaste huisarts'

Door Sophie Brühl:

Wat vindt u van mij als huisarts? Die vraag heb ik de afgelopen tijd aan vijftig patiënten gesteld om mijn huisartsaccreditatie te verlengen. Veertig van hen gaven eerlijk antwoord.

Huisarts worden is niet eenvoudig. En dat geldt ook voor huisarts blijven. Om de vijf jaar mag je aantonen de eervolle titel nog waard te zijn. Naast een minimaal aantal uren in de praktijk moet je patiënten en collega’s om feedback vragen, op basis daarvan een persoonlijk ontwikkelplan maken en daar samen met een supervisor op reflecteren.

De vlag mag gelukkig uit. Ook de komende vijf jaar ben ik gewoon huisarts. Maar dat vergde dus wel wat inspanning. Qua uren in de praktijk was het allemaal geen probleem, maar feedback losweken bij patiënten is best spannend. Ergens draai je na het consult de rollen om. ‘U bent nu drie keer bij mij geweest, mag ik u vragen hoe u mij als arts ervaren heeft?’ Als het antwoord ja was stuurde ik via de mail een feedbackformulier.

Eerlijk? Ik vind mezelf geen geweldige arts. Deels komt die onzekerheid voort uit een moeizame opleidingsperiode. Daarnaast kan ik best direct zijn en wat dominant overkomen. Mijn patiënten zien dat ook, maar interpreteren het juist opvallend positief. Hun antwoorden raken mij daardoor enorm. Misschien ben ik toch gewoon goed zoals ik ben?

‘Dokter Brühl luistert en is to the point, ik ben nooit langer dan vijf minuten binnen.’

‘Deze dokters is op een prettige manier zakelijk, legt goed uit wat ze gaat doen.’

‘Empathisch en nuchter, gaat direct opzoek naar de kern van mijn hulpvraag.’

‘Neemt mij serieus, is eerlijk en heeft een sterke uitstraling.’

Zo’n nieuwe accreditatie betekent ook terugkijken. Vijf jaar terug kocht ik een nieuwe dokterstas om mijn huisartstitel te vieren. En kijk hoe gebruikt hij er nu uit ziet? Ik opende hem in vrijstaande villa’s en afgelegen rafelrandjes waar mensen in tenten wonen. Ik nam hem mee naar dorpse praktijken in de regio en stedelijke centra voor . Mijn god wat heb ik veel geleerd. Dat ik me het prettigst voel met collega’s om me heen, dat er leven is na een tuchtzaak en dat je niet vijftig hoeft te zijn om een bedrijf te runnen. Het meest opvallende is wellicht dat ik de meerwaarde van zijn zelf ervaren heb.

Ik geloof nog steeds dat het praktijkhouderschap de juiste standaard is voor onze beroepsgroep. Een vaste patiëntenpopulatie en medische autonomie. Daarom ben ik ook met Buurtdokters begonnen. Maar als waarnemer kun je soms prima bemiddelen als de relatie met de vaste huisarts niet zo soepel loopt. Regelmatig heb ik als waarnemer mensen uit laten razen over hun vaste huisarts, om hen vervolgens te vragen: waarom ben je nou zo boos? Na een goed gesprek konden de meeste mensen gewoon verder met hun eigen huisarts.

Er zijn vast meer waarnemers die klappen opvangen voor de vaste huisarts. En ik hoop van harte dat zij waardering krijgen voor hun bijdrage aan de langdurige arts-patiënt relatie.