Huisarts Catharina Schep is sinds anderhalf jaar praktijkhoudend huisarts in “Gouda Binnenstad”. Welke stappen heeft ze al gezet, waar wil ze naartoe met de praktijk, en waarom is ze opzoek naar een extra huisarts?
Eigenlijk ben je pas net begonnen als praktijkhouder
‘Ja, anderhalf jaar is het pas. Maar er is best al veel gebeurd. We zijn vrijwel direct na de overname verhuisd naar een moderne locatie in de binnenstad. Buurtdokters regelde alle randzaken: ICT, contracten, telefonie. Desondanks was het een spannende en intensieve periode voor iedereen. Én een nieuwe praktijkhouder én een nieuw pand. Gelukkig is op één assistente na iedereen gebleven’
Zodra je de deur uitloopt sta je midden in historisch Gouda. We hebben een praktijkfiets voor de deur staan. Als ik voor een visite over de prachtige oude grachten fiets voel ik me enorm bevoorrecht.
Bevalt de nieuwe locatie?
‘Het is ruim en licht met frisse kleuren. En zodra je de deur uitloopt sta je midden in historisch Gouda. We hebben een praktijkfiets voor de deur staan. Als ik voor een visite over de prachtige oude grachten fiets voel ik me enorm bevoorrecht. Ook leuk: we delen de praktijkruimte met de apotheek, we kunnen dus laagdrempelig overleggen en lunchen zelfs samen. Er is een prima klik tussen de teams.’
Hoe reageerden patiënten op de verhuizing?
‘Sommigen moeten iets verder reizen, anderen zitten juist dichterbij. Dankzij het vaste team en de vorige praktijkhouder - die nog een paar dagen per week spreekuur doet - blijft de continuïteit van zorg gewaarborgd. Dat waarderen patiënten. Een klein deel van de populatie is overgestapt vanwege de reisafstand, maar we hebben er ook nieuwe mensen bij gekregen. Al met al was het best een soepele overgang, al is niet alles me gelukt.’
Wat is blijven liggen?
‘De praktijk doet ook de huisartszorg voor een verzorgingshuis. Ik had de hoop dat over te kunnen dragen, maar dat is het niet van gekomen. Gek genoeg ben ik daar achteraf gezien juist blij om. Het is een reformatorische instelling, een bijzondere aanvulling op onze populatie. Ik kom er graag.’
Een reformatorisch verzorgingshuis, hoe is dat qua zorg?
‘Anders. Zeker rond het levenseinde. De vraag hoe het zal zijn om voor Gods Rechtersstoel te verschijnen leeft sterk. Dat kan soms angst met zich meebrengen. Vaker zie ik rust en vertrouwen in de laatste dagen. Mensen geloven dat God beslist, en dat geeft een zekere ontspanning. Ik had laatst een man, net ontslagen uit het ziekenhuis, en hij zei: Dokter, ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het goede is dat ik binnenkort naar de Heere mag. Het slechte is dat ik niet lang meer heb op deze aarde. Hij meende dat oprecht.’
Pas je je aan voor deze doelgroep?
‘Er wordt wel terughoudendheid met morfine verwacht. Maar ik blijf wel wie ik ben. Ik trek geen lange rok aan of zo. Sommige mensen lijkt het wellicht ongemakkelijk, maar voor mij voelt het heel vertrouwd. Mijn oma was reformatorisch. Soms is het net alsof ik voor haar zorg. En de gemeenschapszin is groot. Familieleden en vrijwilligers van de kerk staan direct klaar als er iets nodig is. Van dat wij-gevoel kunnen we allemaal nog heel wat leren.’
Je doet dus veel ouderenzorg. Hoe zit het met jongere patiënten?
‘Die zijn er ook in de praktijk. En ook hun zorg is goed geregeld, niet in de laatste plaats omdat de gemeente haar rol pakt. We hebben een jeugd consulent van de gemeente die regelmatig op vrijdag spreekuur houdt voor jeugd-GGZ en sociale problematiek.
Ik en mijn collega’s verwijzen indien nodig naar hem door. Hij kent de sociale kaart goed, doet intake met ouders en kinderen, en regelt passende hulp. Dat werkt fantastisch.’
Wat zou je nog willen verbeteren in de praktijk?
'Ik wil mijn assistenten meer patiëntcontact geven. Nu zitten ze vooral aan de telefoon, terwijl ik ze veel meer spreekuren gun. We hebben bijvoorbeeld een nieuwe assistente in opleiding uit de ouderenzorg. Zij weet veel van wonden en katheters, maar komt daar nauwelijks aan toe. Zonde. Digitale triage en een terugbelfunctie in het telefoonsysteem zouden wat dat betreft enorm helpen. Ook wil ik chronische zorg meer op afstand organiseren, waar dat mogelijk en passend is met hulp van digitale technologie. Persoonlijk contact blijft uiteraard belangrijk en niet iedere oudere is digitaal vaardig.’
We zijn nu iets groter dan een normpraktijk, en er kunnen nog wel wat patiënten bij. Maar om te groeien is een extra huisarts wel meer dan welkom.
Is er ruimte voor groei?
'Zeker. We zijn nu iets groter dan een normpraktijk, en er kunnen nog wel wat patiënten bij. Maar om te groeien is een extra huisarts wel meer dan welkom. Daar komt bij dat ik binnenkort weer als opleider aan de Erasmus Universiteit van derdejaars huisartsen in opleiding begin, na een korte onderbreking vanwege mijn praktijkstart.’
Wat voor huisarts zoek je precies?
'Een huisarts die de vaste dokter van patiënten wil zijn én mee wil denken. Met affiniteit voor ouderenzorg en interesse in innovatie. Iemand die met plezier werkt, een teamspeler is, en het liefst ook iets interessants naast het huisartsenvak doet. Dat laatste is uiteraard niet verplicht, maar het zou hier wel passen. Er staat ook al een vacature open.”
Waarom zou dat passen in je team?
‘Onze POH ouderenzorg is ook straatpastoor. Zij begeleidt daklozen in Den Haag. Eén van de POH’s doet naast haar werk bij ons intakes bij een grote GGZ-instelling. Eén assistente is hobby fotograaf. En ik geef dus onderwijs aan derdejaars huisartsen in opleiding. Andere medewerkers brengen praktische en organisatorische ervaringen mee uit eerdere werkkringen. Dat verrijkt ons team enorm.’
Hoe is de samenwerking in de regio?
‘Verrassend goed eigenlijk. We hebben korte lijnen met het ziekenhuis. Specialisten en verpleegkundigen staan altijd klaar om met je mee te denken. Voor GGZ-patiënten is er een online MDO met alle betrokken organisaties. Als we casuïstiek bespreken leidt dat vaak tot oplossingen. Iedereen zit immers aan tafel waardoor niemand van het kastje naar de muur wordt gestuurd. De huisartsenpost is laagdrempelig, gezellig zelfs, en de koelkast is altijd goed gevuld. De zorggroep ondersteunt uitstekend in ketenzorg en scholing.’
Niets is zo goed voor de continuïteit van zorg als een stabiel team.’
Wat hoop je dat je nieuwe collega in jouw praktijk komt halen?
‘Een fijne plek om dokter te zijn van een vaste populatie. Onderdeel van een team zijn dat zich graag doorontwikkelt. Een praktijk waar je ideeën en initiatieven de ruimte krijgen. We hebben al een mooi fundament. Nu zoeken we een huisarts die zin heeft om mee door te bouwen. En ik hoop vooral dat hij of zij lang wil blijven als het bevalt. Niets is zo goed voor de continuïteit van zorg als een stabiel team.’